Presentatie Zonder Filter – met Jort Kelder

“Ik kwam uit het van godverlaten Weert, een week of vijf, zes geleden. Op de rondweg van Eindhoven – in mijn oude beronnen Landrover – stoorde de radio en hoorde ik ineens mijn naam.”

Een “surrealistische ervaring”, noemde Jort Kelder dat in het mailtje dat hij me stuurde naar aanleiding van het radiogesprek dat hij onderweg uit Weert had opgevangen. Het was wat mij betreft pas echt een surrealistische ervaring dat hij vrijdagavond 14 maart de Hallen in Haarlem binnenstapte om het eerste exemplaar van Zonder filter in ontvangst te komen nemen.

impressie-02

Impressie. Foto’s: Dichtbij.nl (1,3), Isabelle Hennings-Backer (2), Maaike van der Noordt (4), Sjanie van Raffe (6)

Na een korte en mooie introductie door Xander Karskens, zei ik een paar woorden. Ik bedankte mijn leraren retorica (Han van Ruler en Henri Krop aan de Erasmus Universiteit) voor hun tip om voor een rede veel voor de spiegel te oefenen – iets dat je een dandy geen twee keer hoeft te zeggen. Een dandy leeft voor de spiegel, volgens Baudelaire, dus dat oefenen was geen enkel probleem. Nu de uitvoering nog. Ik had een spiekbriefje in mijn eerste exemplaar gestopt, maar dat heb ik maar niet gebruikt. Jort had me namelijk toevertrouwd dat hij geen tijd had om zich voor te bereiden en dat hij zou improviseren, dus ik vond dat ik niet kon achterblijven. Ondertussen was ik al tijdens mijn eerste zin bijna in een kunstwerk gaan staan.

jort-robert

“Ik ga kort iets zeggen over dat alle dandy’s berooid en eenzaam eindigen.” “Oh, dat wilde ik al doen.” Foto: Sjanie van Raffe

Een quote van Eleanor Roosevelt. “Kleine geesten praten over mensen, roddelen. Matige geesten praten over gebeurtenissen en grote geesten praten over ideeën.” Ik was van plan alle drie deze zaken de revue te laten passeren en het rustig op te bouwen, als een wijnproeverij. De ervaring had mij geleerd dat als je meteen over ideeën gaat praten, de mensen weglopen. “Ik liep eens met vrienden langs een bomvol terras – op een zonnige dag – en mijn vrienden daagden me uit om de mensen op dat terras te onderwijzen over het dandyisme. Om het volk te verheffen als het ware. Ik ben die uitdaging natuurlijk aangegaan. Ik ben op een verhoging gaan staan en begon te oreren over het dandyisme. Eerst de etymologie – de herkomst van het woord dandy-, een korte literatuurhistorische inleiding – met veel jaartallen en boeken-, de epistemologische analyse van het dandyisme, zelfs een dialectische benadering van het fenomeen.
U begrijpt, al snel liepen de eerste mensen weg (“Boring!“) en binnen no-time was het halve terras leeg. Afijn, wij konden wel gaan zitten. Ik heb het vermoeden dat het mijn vrienden daar in de eerste plaats al om te doen was.”

Een anekdote. Leuk om erin te komen. Nu even ter zake. “We zijn hier om een boek te presenteren en om de bijbehorende tentoonstelling te openen. De hoofdpersoon van het boek is een jongen die erg veel op mij lijkt en die zich op de kunstacademie aan het keurslijf van de kunststudent en kunstenaar in het algemeen probeert te ontworstelen. Dit doet hij door keurig in pak op de academie te verschijnen en door zijn docenten uit te dagen, te bevragen, en door pesterige stripjes over ze te tekenen. Maar alle verzet is, zoals u weet, zinloos, want wordt uiteindelijk geïncorporeerd in het systeem waartegen het in opstand komt. In het boek doe ik er alles aan doet om de culturele elite te jennen en kijk eens waar we nu staan: in een chique museum! Omarmd door diezelfde culturele elite! Daar was het me natuurlijk eigenlijk allemaal vanaf het begin om te doen, het is gelukt! En dat is ontzettend dandy, kan u vertellen.

Alle dandy’s prikkelden en provoceerden hun publiek, en het publiek vond dat juist prachtig. Maar het is een gevaarlijk spel, want men kan te ver gaan en dan keert het hele publiek zich in een keer tegen iemand. Uiteindelijk zijn de meeste dandy’s – Beau Brummell, Oscar Wilde – natuurlijk te ver gegaan en berooid, gek en eenzaam geëindigd in een gesticht of een hotelkamer. Alwaar ze hun briljante laatste woorden uitspraken, met het lelijke behang als hun enig publiek.

Als dat exemplarisch is, dan is het niet de vraag of ik te ver ga, maar hoe. Dat wordt dus nog spannend.

Ik ga het boek overhandigen aan een andere dandy, Jort Kelder. Ik ben benieuwd hoe dat gaat, twee dandies in een ruimte. De geschiedenis leert dat dandy’s meestal niet zoveel van elkaar moeten hebben. Whistler en Wilde maakten er nog een taalduel van, maar Baudelaire ontvluchtte Parijs als hij hoorde dat Wilde in de stad was. Nu ik dit zo zeg: misschien heeft helemaal niks met het dandyisme te maken en lag het gewoon aan Oscar Wilde. (Nee dat is flauw.)”

rede-robert

Dandy vs dandy. Foto’s: Isabelle Hennings-Backer (1 t/m 3 en 5), Dichtbij.nl (4), Gert Jan Pos (6)

Jort is naast me komen staan en plukt aan het onderste knoopje van mijn vest. (* Waarom?)

“Ik denk dat dandy’s elkaars gezelschap niet kunnen verdragen, omdat ze de onverdeelde aandacht van het publiek willen hebben. Ik dank u voor uw aandacht en geef hem nu met alle plezier op Jort Kelder, samen met het eerste exemplaar van Zonder filter.

Er volgt een onhandige kruislingse overhandiging. En dan is het woord aan Jort.

Jort schudde de ene na de andere quote uit zijn mouw, alsof het niets was:

“Ik heb Robert een mailtje gestuurd. Het intrigeert me namelijk wel wat je maakt, een beeldroman, of een literaire strip, hoe moeten we het eigenlijk noemen. Je was zo vriendelijk me een exemplaar op te sturen, maar je bent ook commercieel, je schreef erbij ‘kom anders even langs op mijn boekpresentatie’, nou, hier ben ik dan.”

“Het leven van een dandy kan zwaar zijn, want je bent altijd met de verkeerde dingen bezig. Je noemde net al Beau Brummell, een 19e eeuwse figuur. De man poetste bijvoorbeeld de zolen van zijn schoenen, hij stond zo’n vijf uur per dag voor de spiegel. Welke man durft toe te geven dat hij meer dan tien minuten voor de spiegel staat? Ja, ik, toch wel elf minuten, maar zeker geen vijf uur.”

“Jij hebt gekozen, een moedige keuze, voor de eenzaamheid. Iedereen denkt: ‘dat dandyisme, dat is ergens bij willen horen’, maar in wezen kies je voor alleen zijn. Je kiest voor het kunstenaarschap, waarbij niet wat er hangt de kunst is, maar waarbij je zelf het kunstwerk zou moeten zijn. En dat eindigt vaak gruwelijk, neem de anekdote van Oscar Wilde die in l’Hotel in Parijs naar het lelijke behang zou hebben gewezen en hebben gezegd: ‘One of us has to go.‘ En toen stierf hij.”

“Een dandy hoort uiteindelijk arm en eenzaam te sterven. Misschien geen leuk perspectief, maar dat hoort er toch een beetje bij. In de tussentijd moet je heel veel gokschulden maken en heel veel vijanden.”

“Excentriekelingen, daar heb ik meer mee dan met dandy’s. Een excentriekeling is zich niet bewust van zijn excentriciteit, een dandy is zichzelf constant aan het boetseren.”

“Het dandyisme is in verschijnsel dat in Nederland maar geen doorbraak forceert. Nederland is een egalitair land en als er dan eens een bloempje opkomt, dan weten we allemaal wat we moeten doen… Maar ik zeg: laat het bloeien!”

“Ik heb het boekje al snel bekeken. Het gaat erg veel over knorren, koorballen, het gaat over jeugdtaal, alles is nog supergaaf. Je hebt weinig respect voor je generatiegenoten, dat pleit voor je.”

“Het mooie is dat het oppervlakkig genoeg is voor iedereen om het te kunnen bevatten, maar je kan toch tegen mensen zeggen, dat je een roman hebt gelezen. ”

“Robert moet iets aan zijn schoenen doen, ik hoop dat de oplage zo goed is dat hij naar mijn schoenmaker in Florence kan. Roberto Ugolini.”

haaienleren-schoenen-jort-kelder

Jort had speciaal zijn haaienleren schoenen met matzilveren clipjes aangedaan. Foto: Maaike van der Noordt [ Note to self: Nieuwe schoenen kopen. Broeken ietsje korter laten maken? ]

“Waarom heeft Robert, zeer terecht, het onderste knoopje open? Waarom is dat? Een variant van het verhaal is dat Willem III met zijn lakeien uit een bordeel en hij had het onderste knoopje nog open. En vanaf dat moment droeg de staf van de kroonprins het onderste knoopje van het vestje los, om de kroonprins niet in verlegenheid te brengen.” (* Daarom dus. Omdat het zo heurt.)

“Het ziet er schitterend uit. Er zit humor in, er zit klasse in. Hij is slim, commercieel. Hier en daar wat Latijn, een beetje Frans, dat ziet er heel literair uit. Het is een hele grote knipoog naar de literaire maffia die nog steeds dit land bestuurt. (Maar zonder wie wij ook niet kunnen.)”

De tweede overhandiging voor de fotograaf van het Haarlems Dagblad gaat beter:

haarlems-dagblad

(Dank aan Joost Swarte voor het fotograferen van de voorpagina van zaterdag 15 maart.)

impressie-01

Impressie. Foto’s: Dichtbij.nl (1,2), Maaike van der Noordt (3,4,5?)

Bedankt voor jullie komst: vrienden en familie, geïnteresseerden en ongeïnteresseerden! En in het bijzonder überdandy Jort Kelder.

impressie-03

Impressie. Foto’s: Sjanie (1,5), Dichtbij.nl (2 t/m 4)

Links naar online gevonden foto’s: Dichtbij.nl, Facebookpagina van de Hallen